Moederborden zijn tegenwoordig allemaal voorzien van een geïntegreerde geluidskaart. Over de kwaliteit van het geluid valt weinig meer te zeggen. De nieuwste generaties chips zijn gewoon goed. Een paar jaar terug was dat nog anders. Er zijn dus nog veel computers in gebruik waarvan de onboard geluidskaart eigenlijk niet veel voorstelt.
5.1 en ALC662 – niet met Ubuntu
Het verhaal is nog anders bij het gebruik van een fatsoenlijk OS. Dan blijkt namelijk dat de onboard kaart wordt herkend, maar een deel van de features niet aan de praat te krijgen zijn. Voor gewoon kantoorgebruik jammer, maar niet onoverkomelijk. Hier staat echter een systeem dat ook wordt gebruikt voor video en audio knip- en plakwerk. Dan is het fijn dat onder zowel Windows als Linux de 5.1 opties benut kunnen worden en de kwaliteit van spraak fatsoenlijke genoeg is om langere tijd aan te horen. Onder Windows lukte dit nog wel, maar onder Ubuntu opeens niet meer. De oorzaak is dat waar de ALC 662 chips onder Windows 5.1 kan nabootsen, met elke nieuwe Debian versie het geluid niet verder komt dan simpele stereo. En met een hoorbaar beperkt midden en hoge tonen bereik.
Ruimte in kast
De meest voor de hand liggende oplossing leek een geluidskaart te plaatsen. Gebrek aan ruimte in de kast maakte dit onmogelijk. Voor dit soort gevallen zijn USB geluidskaarten een perfecte oplossing. Het aanbod is op het eerste gezicht groot. De prijzen lopen fors uiteen. Wie Debian ondersteuning als eis heeft ziet dat er niet meer dan een handvol producten overblijft. Min of meer op goed geluk is in de VRC een kastje bestelt dat via USB kan worden aangesloten. Inclusief verzendkosten kostte het ongeveer 15 Euro.
CD fout
Met een paar handelingen zou het moeten werken. Het eerste deel van de ingreep ging snel. Computer opstarten en in de BIOS de onboard geluidskaart uitzetten. Rebooten en Windows met het USB kastje aangesloten starten duurt iets langer, omdat er nieuwe hardware wordt gedetecteerd. Normaal moet dan de meegeleverde cd worden gestart om de drivers te installeren. Dat gaat dus helemaal fout. Een luide knal volgt. Snel de computer uitzetten en de cd speler demonteren. Gelukkig is een dergelijk unit rondom dicht. De scherven van de cd zijn dus niet in de computerkast gekomen.
Met wat heen en weer schudden en de stofzuiger lukt het de drive schoon te krijgen. Tussen de verzamelde scherven zitten twee plastic delen van de speler. Dat zegt iets over de kracht waarmee het schijfje is geëxplodeerd.
Gelukkig is zijn de Windows drivers voor de CM6206 chip direct bij de fabrikant te downloaden. De installatie van het USB kastje kan, na het korte destructieve intermezzo, met succes worden voortgezet. De externe geluidskaart geeft onder Windows goed geluid. Onder Debian is het echt voor hoorbare stap vooruit. Drivers zijn niet nodig. Pulse Audio herkent de kaart vanzelf.
De scherven gaan de prullenbak in en geluidskaart vervangen kan van de todo lijst af.