Andere rol
Duitsland is een land waarin de fiets een andere rol heeft dan in Nederland. De fiets was lang voor veel bezitters nuttig voor de vrije tijd. De fiets gebruiken voor het woon-werk verkeer was minder logisch. De afstanden tussen wonen en werken zijn er vaker groter dan in Nederland en een groot deel van de werkgelegenheid zit in de regio. De auto was en is voor velen onmisbaar, helemaal omdat het OV geen zinnig alternatief mag zijn.
Stedelijke gebieden
In de steden ligt het verhaal anders, al moet worden gezegd dat het wel iets van de laatste 10 jaren is. De trek naar de paar dozijn grotere steden (“Ballungsgebieten”) leidt er toe dat in die gebieden meer werkgelegenheid komt (en vice versa!). In Duitsland zijn sinds de eeuwwisseling, met een verdere versnelling sinds 2010, meer mensen dichter op het werk komen te wonen. Dan wordt fietsen opeens een serieus optie, helemaal omdat zelfs in Duitsland de parkeerdruk en filerijden tijdens de spits fors zijn toegenomen.
Foto’s van de opmars
De opmars van de fiets in de Duitse stedelijke gebieden is evident. Het is ook makkelijk te verifiëren. Het vergelijken van foto’s van de steden rond de eeuwwisseling en heden laten zien dat de fiets (en fietsrekken) inmiddels de steden aan het veroveren zijn. Zelfs Google Maps kan dat aantonen.
Demografie
De opmars van de fiets is goed nieuws voor fabrikanten en verkopers. Zijn hebben een mooie groeimarkt te bedienen. Er is bij de Duitse markt een punt waar absoluut rekening mee moet worden gehouden en dat is de bevolkingssamenstelling. Duitsland heeft binnen de EU de bevolking met de hoogste gemiddelde leeftijd. Deze groep wil ook steeds meer van de fiets gebruik maken. Dat het daarbij vaker om vrijetijdsbesteding gaat of mobiliteit om boodschappen te doen in plaats van woon-werkverkeer spreekt voor zich.
Pedelec
De groep oudere fietsers in Duitsland is gelijk aan die in Nederland als het gaat om de voorkeur voor de e-fiets. Het idee van een fiets met hulpmotor spreekt aan omdat het mobiliteit biedt zonder dat daarvoor extreme inspanningen verricht moeten worden. De oudere fietsers hebben daarvoor de keus uit de gewone e-fiets en de pedelec. De laatste categorie komt overeen met wat in Nederland een snorfiets heette waarbij de aandrijving door een verbrandingsmotor werd verzorgd. Een pedelec is dus – kort door de bocht – een e-snorfiets.
Ook in Nederland is er de nodige interesse voor de pedelec, ook bij de oudere generaties. Er is echter een groot verschil tussen de landen en dat is de ervaring. Nederland is veel meer een land waarbij het fietsen er met de paplepel is ingegoten. Fietsen naar school en voor woon-werkverkeer komt ook veel meer voor, om de simpele reden dat de afstanden hier kleiner zijn. Dat leidt er toe dat de oudere generaties in Nederland meer fietservaring hebben dan de Duitse groepen. Dat die ervaring niet altijd even recent is voor dit verhaal verder niet relevant.
Ongevallen
Het gebrek aan ervaring komt helaas duidelijk naar voren in de ongevalsstatistieken. Een Duitse pedelec rijder [m/v] heeft een beduidend hogere kans dodelijk te verongelukken dan een gewone e-fietser (11,57 per 1mrd kilometer voor de pedelec tegen 8,96 voor de gewone e-fiets). Pedelecs maken 5% van het Duitse fietsbestand uit en 18% van de dodelijke slachtoffers bij ongevallen met fietsen zaten op een pedelec.
De cijfers, gelanceerd vlak voor de vakantie, zijn voor de pers een reden de lezers het bredere plaatje te schetsen van mobiliteit. Dat is interessant om te volgen omdat Duitsland in een aantal opzichten de fiets aan het ontdekken is. Daarbij worden de plussen en de minnen naast elkaar gezet. Zo hoort het ook.