Déjà vu
Start-ups die elke keer hogere aantallen, omzet en potentiële beurswaarde roepen zijn aan de orde van de dag. Vorig jaar is met de implosie van We Work weer eens duidelijk geworden waartoe dit soort luchtfietsen kan leiden. In een verder verleden hebben we ook in Nederland met bedrijven als World Online meegemaakt dat er schaamteloos creatief wordt omgegaan aantallen klanten, omzetgroei en marktaandeel. Dergelijke opgeklopte cijfers zijn voor een aanzienlijk deel verantwoordelijk geweest voor de dotcom crisis, annex de internetzeepbel.
Als er anno 2020 bedrijven zonder onderbouwing hoge cijfers roepen moet goed worden opgelet. Gelukkig doen de meeste journalisten dat ook. Die hebben of wel de crisis meegemaakt, dan wel er over gelezen. De déjà vu sensor staat bij hen goed afgesteld.
N26
In het geval van N26 is er alle reden voor de déjà vu sensor om alarm te slaan. Het begint met de definitie van klant en daarna zijn er de aantallen. Het kan eigenlijk niet absurder, maar N26 weigert de definitie van klant bekend te maken. Het geeft wel aan wat men er nadrukkelijk niet onder verstaat, maar dat is niet meer dan een opvallende poging een rookgordijn op te trekken en om als serieus over te komen.
Door het uitblijven van een gecommuniceerde definitie van klant is het onmogelijk de omzet en eventuele winst van het bedrijf te kunnen waarderen. Dat geldt ook voor de mogelijke beurswaarde.
Belang
Het is simpel de verklaring voor dit gedrag te geven. De bank heeft gewoon geen belang bij transparantie. De concurrentie zou bijvoorbeeld de zwaktes van N26 kunnen aanvallen, investeerders zouden genoodzaakt kunnen zijn de beursgang horizon te moeten verleggen. En tenslotte zou het publiek een verkeerde indruk van de grootte en daarmee verbonden volwassenheid van de bank kunnen krijgen. Mogelijk kan het nog impact hebben op de werving van personeel. Werken voor een snelgroeiende start-up willen velen. Werken voor een start-up die tegen een plafond zit veel minder.
Herkenbaar
Menig bankier zal meer weten over N26 dan in de pers verschijnt. Vakgenoten houden elkaar goed in de gaten en hebben daartoe andere middelen om bevindingen te kunnen controleren. Dat geldt ook voor andere sectoren. In het geval van World Online wist iedere provider wel dat de genoemde klantaantallen en groeicijfers complete onzin waren. De infrastructuur van Nederland kon dergelijke aantallen namelijk helemaal niet aan. Het was echter niet in het belang van de sector, die veel beurs- en overnamekandidaten telde daar een boekje over open te doen. Dat is in de bancaire sector ongetwijfeld nog meer het geval. Dat er links en rechts wordt gelekt naar de pers over de onmogelijkheden bij de cijfers van N26, die dan input zijn voor wat meer kritische artikelen, komt mij eer herkenbaar voor.