Al jaren hoor ik internetondernemers met grote stelligheid verkondigen dat Nederland helemaal top is als het gaat om de creatieve sector. In deze regio worden spelen en apps gemaakt waard de hele wereld op zit te wachten. De strijd is heftig, want Rotterdam, Utrecht en Amsterdam claimen hier de beste van de klas te zijn.
De kriebels krijg is van het idee dat in sompige Rijndelta ten westen van Lobith drie steden elkaar bestrijden. Daarmee maak je indruk op je eigen lokale politieke achterban wellicht. Hoe daar in Tokyo of LA – om maar 2 steden te noemen die groter zijn dan geheel Nederland – naar wordt gekeken, dat is een detail. Nederland is wat dat betreft, ook de internetsector, in overweldigende mate wel heel erg wereldvreemd.
Ik ben daarom ook heel benieuwd hoe lang het duurt eer de gamingsector hier moord en brand gaat schreeuwen nu London de toezegging heeft gekregen van Brussel dat game developpers een 25% tax break kunnen krijgen en dat dit niet wordt aangemerkt als verkapte staatssteun. En voor wie nu uit zijn stoel valt: het is alleen van toepassing op spelen die cultural zijn, dus Britse situaties, karakters en landschappen beschrijven. Ik denk daarbij aan Thomas the Train als computerspel. De EC, zo meldt onder andere de FT, schat dat ongeveer 25% van de Britse spelletjes hieraan voldoet. London blij en de 9.000 developpers op het eiland die volgens de sector jaarlijks voor £1 miljard bijdragen aan de economie zijn dat ook.
Niet blij zijn de Duitse developpers. “Deutschland droht Anschluss zu verlieren im internationalen Wettbewerb der Videospielindustrie” zo laat het Bundesverband Interaktive Unterhaltungssoftware e.V. (link) in een persbericht weten. Men begroet de beslissing van de EC, maar verlangt op het eerste gezicht geen directe copy-paste naar de Duitse markt. Wat men van de federale overheid wil is “ […] Unternehmen der Computer- und Videospielindustrie den Zugang zu Kapital zu erleichtern. Dies könne über steuerliche Anreize geschehen, beinhalte aber auch einen leichteren Zugang zu Venture Capitel oder die Überarbeitung bestehender Förderprogramme des Bundes.”
Dat leest als een tweetrapsraket: een beroep op meer toegang tot kapitaal in welke vorm dan ook en natuurlijk de overheid “steuerliche Anreize” en “Förderprogramme” . Het venijn zit in het laatste deel, de “Förderprogramme”. Bladerend door reeds toegepaste Förderprogrammen voor andere sectoren zie ik vermeld staan tax break of verlaging van de tarieven. Dus van de 3 punten die de BVIUeV hebben er 2 direct of indirect een link met belastingen.
Hoe lang gaat het duren eer elke samenscholing van spelletjesmakers ergens in een regio in de EU – nu ook om tax holidays gaat roepen?