Dat is zoals gezegd in Europa het geval, waarbij de verschillen tussen de EU lidstaten nog fors zijn. Duitsland loopt nog behoorlijk achter. Het heeft gerekend naar de inwoners nog steeds erg veel filialen en de bereidheid van klanten diensten via internet af te nemen is ook onder het Europese gemiddelde. Nederland lijkt op die punten een toploper te zijn. Het andere buurland, België, zit daar een beetje tussen in.
In België heeft de sector behoorlijk wat klappen opgelopen en ondertussen zijn de klanten massaal overgestapt op internetbankieren en ook mobiele diensten zitten in de lift. Dat is de kern ook van een artikel in de Vlaamse krant De Tijd van 1 september. Het somt vier ontwikkelingen op en daarbij de positie van elk van de banken.
Het belangrijkste punt – terwijl het artikel daar verder niet over gaat – staat in het deel over het kantorennetwerk. Belfius Bank merkt daar over op dat het afslanken de aandacht heeft maar (citaat) “Als je een plaatselijk kantoor sluit, verlies je een deel van je branding.” Dat klopt inderdaad. Bankfilialen zijn natuurlijk enorme peperbussen, plakzuilen. Daarmee zorg je voor naamsbekendheid, herkenning en dergelijke. Dat neemt inderdaad af. Dat je er pinautomaten voor terugkrijgt die ook weer bijdragen aan naamsbekendheid klopt eveneens. Maar stellen dat je met pinautomaten onderscheidend vermogen door een andere uitstraling kunt creëren lijkt me zo goed als onmogelijk.